Toespraak Kitty Jong
Kitty Jong is vicevoorzitter van de FNV. Zij en burgemeester Gerhard van den Top van Hilversum hielden toespraken tijdens de alweer vijfde editie van de Februaristaking-herdenking op Seinhorst. Kitty Jong is woonachtig in Weesp, een van de weinige andere plaatsen waar in februari 1941 werd gestaakt uit protest tegen de jodenvervolging. Op deze pagina haar toespraak. Die van burgemeester Van den Top volgt nog. De toespraak van Kitty Jong is ook via deze link terug te kijken.
Kitty Jong:
‘Het is 83 jaar geleden dat vele duizenden mensen zich verzetten tegen de Duitse bezetter, tegen de Jodenvervolgingen van het naziregime, onder aanvoering van Piet Nak, Willem Kraan en Dirk van Nimwegen. Mensen legden het werk neer. De staking breidde zich binnen een dag uit van het Openbaar vervoer in Amsterdam naar vele bedrijven, ook in de regio. Op het hoogtepunt van de staking waren er zo’n 300.000 mensen die het werk neerlegden als daad van verzet. Mensen uit de stad, maar ook uit Haarlem, Zaanstad en Utrecht. Uit Weesp, waar ik zelf woon. En vanuit Hilversum. In Weesp staakten honderden werknemers, de helft daarvan waren meisjes: de meisjes van Van Houten, de cacaofabriek. Op 26 februari gaat daar ook onder meer de bekende pluimvee- en voederfabriek Sluis plat, en fietsfabriek De Magneet. 1400 Weespers kwamen in verzet. In Hilversum legden vele duizenden mensen het werk neer. Uiteindelijk verzamelden zich 10.000 mensen op de Groest, terwijl ze onder schot werden gehouden door de SS. Een werkelijke daad van verzet en heldhaftigheid. De stakers trokken hiermee een streep. Tot hier en niet verder.
De stakers waren solidair met hun Joodse land- en stadsgenoten die stap voor stap door de nazi’s ontmenselijkt werden. Die zich moesten laten registreren. Die hun baan kwijtraakten. Die uit het verenigingsleven werden gewist. Van wie de buurt werd afgegrendeld door prikkeldraad. Op wie bloedhonden werden afgestuurd. En van wie de eerste honderden jonge Joodse mannen werden gedeporteerd naar Buchenwald en Mauthausen, om nooit meer terug te keren. Het verzet broeide al, maar de deportatie werd de lont in het kruitvat. De CPN, die verboden was, riep op 24 februari op in verzet te komen. Dat is nu 83 jaar geleden. Maar de ontmenselijking van de Joden begon al eerder. Al eeuwen zuchten de Joden onder antisemitisme. Met als afschuwelijk dieptepunt de holocaust. Omdat Adolf Hitler de Joden als zondebok aanwees voor de crisis in de jaren dertig, én omdat hij dat combineerde met een verlangen naar een nieuw Duits Rijk, de opvolger van het Middeleeuwse Duitse Rijk en het tweede Duitse keizerrijk. Dat verhaal sloeg aan: de crisis was diep, de zondebok werd aangewezen en mensen werd een utopie voorgehouden gebaseerd op dat vroeger alles beter was. Men slikte het voor zoete koek en in 1933 won Hitler de verkiezingen. Kort erna zette de nieuwe Rijksdag zichzelf buiten spel en werd de weg vrijgemaakt voor het vermoorden van 6 miljoen Joden, van Roma, Sinti, homoseksuelen, gehandicapten en de tientallen miljoenen burgers en soldaten. (tekst gaat verder onder de foto)
Bij de FNV-herdenking van de Februaristaking in 2019 stelde ik dat we waakzaam moeten zijn en blijven. Een dag voor die herdenking werden we namelijk opgeschrikt door de bekladding van nota bene de Dokwerker en het besmeuren met hakenkruizen van andere plekken in Amsterdam. In 2019 werd Forum voor Democratie de vierde partij van Nederland. Dat vonden we toen zeer verontrustend. Inmiddels is de PVV de grootste club van Nederland met 37 zetels in de Tweede Kamer. Een partijleider zonder partij die een agenda uitrolt gebaseerd op uitsluiting en zondebokpolitiek. En een agenda die andere politieke partijen bovendien verleidt tot het innemen van populistische en polariserende standpunten. In een wedstrijd om de gunst van kiezers die terugverlangen naar vroeger en op zoek zijn naar eenvoudige oplossingen voor de ingewikkelde problemen van deze tijd.
Waarbij saamhorigheid en tolerantie het afleggen. Wat dat uiteindelijk oplevert heeft de geschiedenis ons vorige eeuw laten zien. Maar we zover hoeven we inmiddels niet meer terug. Elke dag worden ons de verschrikkingen in Oekraïne, Gaza en de rest van de wereld getoond. Waarbij uiteindelijk gewone mensen aan beide zijden van elk conflict het slachtoffer worden. Niet het slachtoffer van iets dat onontkoombaar is, maar het slachtoffer van de machtswellust van enkelingen die zonder scrupules generaties onschuldigen opofferen voor hun eigen gewin. Het was eergisteren twee jaar geleden dan Rusland Oekraïne binnenviel. De schrijnende situatie van de Palestijnen is inmiddels al meer dan 75 jaar oud. Terwijl: antisemitisme en moslimhaat zijn loten aan de stam van een zelfde soort racisme. Sem, zoon van Noach, was de aartsvader van de Semitische volken, waartoe niet alleen de Joden, maar ook de Arabieren behoorden, broedervolken dus. Maar broeder- en zusterschap legt het momenteel tegen af ontmenselijking in opdracht van politici.
In steeds meer Europese landen, waaronder Nederland, doet de ontmenselijking van vluchtelingen opgeld en worden zij aangewezen als dé veroorzakers van onze problemen, terwijl die problemen hele andere oorzaken hebben, iets dat rechtsextremisten zelf overigens heel goed weten. 40 jaar neoliberalisme en ongebreideld kapitalisme hebben voor diepe kloven in de samenleving gezorgd. Systemen waarbij winst maken en de marktwerking heilig zijn verklaard, waar werkgevers hun maatschappelijke bijdrage aan de samenleving ondergeschikt hebben gemaakt aan die van hun aandeelhouders, waarbij de aarde is uitgeput, de zorg straks alleen nog voor de elite beschikbaar is en een woning een onbereikbare utopie is voor jonge generaties. Mensen met een handicap worden gemarginaliseerd, arbeidsmigranten zijn slachtoffer van moderne slavernij. En grondrechten zijn ter discussie komen te staan.
We hebben de plicht ons te verzetten tegen populistische leiders die niets bijdragen aan onze samenleving, maar die de samenleving alleen maar ondermijnen. Die – geheel feitenvrij en zonder enige terughoudendheid – zondebokken aanwijzen voor problemen die niet door hen zijn veroorzaakt. Die gebruik maken van de onzekerheid van mensen in een wereld die verandert. Die niet de-escaleren, maar er genoegen in scheppen juist olie op het vuur te gooien. Onze rechtsstaat zou niet ter discussie moeten staan, maar heeft juist versterking en bescherming nodig. Heeft betrokken burgers nodig die om haar heen staan en zich verzetten. Die een streep trekken als zij voelen dat grondrechten worden ondermijnd. Dat heeft de Februaristaking ons geleerd.
Ik ben er ten diepste van overtuigd dat de vakbond een onmisbare bijdrage levert aan solidariteit, saamhorigheid, tolerantie en gelijkwaardigheid. In onze dagelijkse strijd voor veilige arbeidsomstandigheden, rechtvaardige arbeidsvoorwaarden en volwassen arbeidsverhoudingen. Voor de bescherming van kwetsbaren die afhankelijk zijn van een leefbaar vangnet en een empathische overheid.
En voor een menswaardige samenleving, waarin we geen muren tussen mensen bouwen, maar juist muren slopen, en waardering bepleiten voor diversiteit in al zijn aspecten. Een vakbond is ook de kanarie in de kolenmijn, en vaak een van de eerste slachtoffers van rechtsextremisme: in 2021 bestormden rechtsextremisten het hoofdkantoor van een Italiaanse vakbond. En nog vorige maand gingen mensen in Finland massaal de straat op vanwege onder meer het inperken van het stakingsrecht. In ons land wordt serieus gesproken over het al dan niet in stand houden van onze rechtsstaat.
Mijn zorg is echter niet dat die rechtsstaat wordt ondermijnd, mijn zorg is dat er – binnen die rechtsstaat – nu al veel mogelijkheden bestaan waardoor de rechten en het welzijn van mensen wordt geschaad en de kloven in onze samenleving nog dieper worden. Vandaag nog bracht de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en dienstverlening haar bevindingen naar buiten. De burger wordt vermorzeld door de overheid, zeker als die burger kwetsbaar is en de overheid hard nodig heeft. Een nieuw kabinet moet dat tij gaan keren. De vraag is of een extreemrechts kabinet dat tij wel wíl keren. Of dat zij de bijvangst – dat hiermee veel mensen met een migratieachtergrond worden getroffen – helemaal prima vindt. Ik ben er niet gerust op en dan druk ik me voorzichtig uit.
Het is noodzakelijk dat wij blijven herdenken. Dat wij een samenzijn als vandaag blijven organiseren. In mijn ogen heeft dat waarde in zichzelf. Maar de waarde ervan neemt toe als we de parallellen naar het heden durven te benoemen. Want wie de geschiedenis niet kent, kan geen koers voor de toekomst uitzetten. Maar de geschiedenis van de Februaristaking bewijst ook dat we geen kikkers in kokend water hoeven te zijn die langzaam maar zeker wennen aan de normalisatie van wat niet normaal is. Met herdenken kunnen wij volgende generaties inspireren moedig te blijven en een streep te trekken. Tot hier en niet verder.’